Kees Roozendaal, lid anno 1947
De oorlog is net afgelopen en het is nog steeds geen vrolijke boel. Er is
armoe en er is niet veel te doen voor de jeugd.
De kerk,de zondagschool,het zangkoortje, dat is het wel zo,n beetje.
Wij,de jongens uit de ,,Boerenhoek,, vermaken ons nog wel enigzins met
konijnen fokken,mollen vangen en voetballen op straat met een zelf
gemaakte bal.Dan komt het bericht door dat er een ,,knutselclub,, is
opgericht voor de jeugd en wel speciaal voor jongetjes in de leeftijd van
8 tot ogeveer ongeveer 13 jaar.De club bevind zich in een pand (boven) in
de Hoogstraat achter het stadhuis.
Als mijn broer en ik en nog een paar buurtjongens ons daar melden blijkt
het een gezellige boel met nog een stuk of 10 andere jongens.
We kunnen er ,,figuurzagen,, leren onder leiding van Jo Denker,een
behulpzame en sociale man .
We kunnen er tijdelijk een figuurzaagbeugel lenen,er zijn wat triplex
platen ,doorkijk papier en wat schuurpapier,en gaan eens per week aan de
slag.
Het zijn een paar prachtige uurtjes en we vermaken ons prima.
Het probleem is de contributie(25 cent in de maand of zo iets) en het
moment waarop het figuurzaagje breekt.Dat zaagje kost een paar centen
en die hebben we niet.Door de beugel iets te verbuigen past het afgebroken
zaagje er soms nog net in en kunnen we nog een beetje verder
zagen,weliswaar met kleine slagjes.
De knutsel avonden staan in mijn geheugen als bijzondere momenten in ons
sombere bestaan en ik ben de ,,leiders,, die zich hier vrijwillig
voor inspanden nog steeds dankbaar.
Ik hoop dat de 70 jarige ,,knutselclub,, anno 2017 nog steeds dat
positieve gevoel bij de jeugd kan veroorzaken.
Carel de boer, lid anno 1955
Er is een drumband door Jeugdbelangen opgericht , het zal in 1955 zijn geweest (door welke personen en wellicht ter ere van 600 jaar stad ?) .We liepen rond met roodgele halsdoeken en mutsen. De organisatoren hadden de indruk gewekt dat wij met echte trommels gingen optreden. Maar op de eerste instructie middag bleek dat de leerlingen moesten aanvangen met trommels van karton. Na deze mededeling droop de helft van de leden teleurgesteld af. Cor van Weelden (van Bleiswijkstraat) had via zijn groothandel ronde hoge tonnen (van karton) beschikbaar gesteld. Deze werden beplakt met in punten geknipt roodgeel papier een paar touwtjes er aan,om je nek hangen en rammen maar. Dit alles onder de bezielende leiding van Ko Veenstra een geroutineerde trommelaar De beste man was van goede wil om ons jongens van 12 / 13 jaar in korte tijd te leren trommelen en marcheren. Maar helaas, zijn leerlingen ramden er maar wat op los, onder het motto ¨hoe harder hoe beter¨ waardoor het humeur van Ko na elke les verslechterde. Vooral de restanten van in elkaar gebeukte kartonnen trommels baarde hem zorgen. Gelukkig bleef Cor van Weelden ze onverdroten aanslepen. Ko had duidelijk moeite een groep opgeschoten jongens in de hand te houden. Als een oefening niet lukte kraamde ze er flinke krachttermen uit, waardoor Ko weleens gefrustreerd raakte. Tijdens het eerste optreden op straat, liep het gierend uit de hand . Ko marcheerde met een paar jongens dominant vooraan, hard roffelend op echte trommels, gevolgd door een zootje ongeregeld met kartonnen rotzooi die er achteraan kwam sukkelen. De jongens die meenden voor Jan Lul te lopen, verdwenen op onnavolgbare wijze uit de stoet en Ko liep op het laatst nog met een man of zes. Toen hij dit doorhad ging hij door alle opgekropte frustraties Witheet over de Rooie. Cor van Weelden moest heel wat af praten om Ko te bewegen zijn lessen een vervolg te geven. Mijn gehavende trommel is na een misverstand door mijn vader aan de vuilnisman meegegeven. Cor van Weelden was met al dat geram door zijn voorraad tonnen heen, zodat het ook voor mij einde oefening betekende. Ik meen dat het karton later door ijzeren blikken is vervangen. De drumband heeft zelfs nog een paar optredens verzorgd maar of dit een succes was is nu nog steeds de vraag van Carel de Boer ?
Waarschijnlijk een foto 5 augustus 1955 op kampeerkamp van Jeugdbelangen ergens in de buurt van Schoorl . De meeste jongens en meisjes met roodgele halsdoek en muts. We logeerden in een kampeerboerderij en sliepen op de zolder op stromatrassen. Een schot in het midden om de jongens en meisjes te scheiden. Als je in de nacht moest plassen gebeurde dat in een zinken emmer die op dezelfde zolder naast de trap stond. Deze is een keer half vol samen met een slaapdronken jongen de trap af gekletterd. Er is gelijk door de leiding een regeling ingevoerd: voor het slapen gaan, eerst buiten pissen. Er waren allerlei activiteiten maar wat precies weet ik het niet meer. Misschien kan een ander dit aanvullen.
Voor van links naar rechts liggend Miep Buis – Frits de Vries – zittend naast Frits de jongens op de voorgrond N.N.-N.N.-N.N .- geknield ? – Jan Mantel. 2e rij, 1e meisje? – Afra Oud – jongen met sjaaltje ? – 5x jongens onbekend. 3e rij, Suse Blom – N.N .- Arie Hofman – jongen met muts naast Arie ? 4e rij, zoon van schilder Boon uit het Westeinde ?, N.N .- Nico van der Leek. 5e rij, meisje van der Werf,- N.N. – Annie Laan – N.N. – N.N. – gebukt N.N. – N.N. – Joop van der Werf, Jan Lub, Auk Jongejeugd – N.N.-N.N. – net zichtbaar Jan Belier, – Carel de Boer – Jufrouw ? achter haar Jan Klein. 6e rij, staand jufrouw ? – Ria Elbertsen – N.N. – mogelijk Froukje Schenk; – heer Cor van Weelden (van Bleiswijkstraat) jongen rechts voor hem ? – Piet Dam leider van de knutselclub – de jongen schuin voor hem met muts ? – Achterste rij, Mevrouw? – N.N. – Dinie Harder – N.N.- N.N- N.N.- waarschijnlijk Piet Faber – N.N.
JEUGBELANGEN JAREN 40/50
Na de oorlog eerst in het witte huisje achter het stadhuis later Zuiderhavendijk en Breedstraat. Hele hordes gingen er doorheen, kabouters – sneeuwwitjes – hertjes – kapstokken – lampen,de hele rambam van Walt Disney .Soms waren er wel een 20 kinderen op de club,dan was het dringen geblazen voor een plekje aan de werktafels . Je begon eerst het voorbeeld met carbonpapier over te trekken op een stukje triplex en dan zagen met een figuurzaag . schuren en schilderen. Ik denk dat half Enkhuizen wel een dingetje in huis had. Meestal ging het resultaat mee naar huis en kon je er verder aan werken. Zo vlak na de oorlog hadden de de meeste ouders het niet zo breed en waren al lang blij als je voor een kleine bijdrage aan contributie en door diverse enthousiaste vrijwilligers leuk bezig werd gehouden. Toen ze bij mij thuis genoeg hadden hangen, ging ik langs de huizen en verkocht het voor een paar kwartjes. Dokter Bekkering in het Plantsoen betaalde één gulden en vijftig cent voor een Clown welke als je aan een touwtje trok met zijn armen en benen op en neer wipte . Dat was geld in die tijd en je was de koning te rijk. Één gulden bewaard voor aanschaf materiaal en de rest omgezet in gelukkaramels bij Lies Hokkeling in de Peperstraat . De wikkels om de karamels hadden verschillende afbeeldingen en kon je sparen . In het begin mocht je ze van Lies zelfs omruilen. In sommige zat in de wikkel een briefje, de prijs was een reepje of 10 gelukkaramels . Onder je neus op de toonbank stond een grote glazen pot vol. Als je goed keek kon je zien welke stiekem open en dicht waren geweest op jacht naar het geluk. Ook kon je voelen waar het papiertje in zat, die was iets dikker dan de rest. Dat was nogal arbeid intensief want er zaten er wel een paar honderd in. Het duurde nogal lang voordat Lies van uit de keuken in haar winkeltje kwam zodat er wel wat tijd was om een en ander te bestuderen. Met een beetje handigheid ging je zelfs met een prijs de deur uit. Op een gegeven moment mocht je niet meer met je hand in de pot en ze zelf pakken want Lies had het kunstje door. Daarom gaf ze als prijs karamels zonder geluk om zo maar te zeggen. Haar verkoop stagneerde daardoor gelijk want veel kans om te winnen was er niet meer.
JEUGBELANGEN VLIEGTUIG MODELBOUWCLUB JAREN 50
Piet Dam (Dirk Schekkerman Jo Denker en nog een paar anderen? ) waren leidinggevenden bij de vliegtuig modelbouw club op de bovenste verdieping van het clubgebouw op de Breedstraat. Een bijzonder leuke hobby. Het summum van genot waren vliegtuigen met een motor vooral modellen uit de tweede wereldoorlog. Helaas was dat voor ons jongens niet haalbaar . Een vliegtuigmotortje kon je op die leeftijd van 12-13 jaar niet betalen . Voor ons was het crescendo Zweefvliegtuigen . Uren en uren zat je onderdelen te zagen en te snijden uit balsahout , dan vijlen en schuren tot je de blaren op je vingers had. De hele handel in elkaar lijmen , beplakken met vliegerpapier wat je kocht bij Wouter Ruiter in de Westerstraat. Regelmatig waren er tentoonstellingen o.a. in de zaal van de Doelen op het Spaansleger en vliegdemonstraties op het schoolplein van de oude Boschschool. Een hele winter gewerkt aan een zweefvliegtuig met een spanwijdte van bijna 2 meter. In het achterste gedeelte van de vliegtuig romp werden rubberstrengen vastgemaakt en verbonden aan de propeller. Door de propeller met de hand rond te draaien werd de rubberstreng opgewonden en bij los laten tolde de propeller in de rondte als extra aandrijving om hem van de grond af te krijgen. Je moest altijd met twee man zijn . Één hield het vliegtuig en de propeller vast. De ander die op een 50 meter afstand de besturinglijn met handgreep bediende, riep het commando ¨LOS¨ en rende zo hard mogelijk naar voren om het vliegtuig omhoog te trekken. Bij de eerste de beste proefvlucht kwam de wind er onder en via de Boxweide verdween hij over de zeemuur richting Friesland. Blijkbaar was de besturinglijn niet goed vast geknoopt in de haast hem te zien vliegen. Zwaar de pest in afscheid genomen van de modelbouwclub, de lol was er helemaal van af. Jaren lang heb ik er een klein model bewaard als herinnering aan een toch wel mooie leerzame tijd.
foto uit 1940. Jeugdluchtvaartkamp op de PAALBERG nabij Ermelo. De foto geeft een impressie van modelbouw zweefvliegtuigen. Deze modellen werden in de vijftiger jaren gebouwd bij Jeugdbelangen in Enkhuizen. Sommigen met een rubberstreng aangedreven propeller. Het model van Carel de Boer had vrijwel dezelfde grootte als van de gehurkte man links voor.